We vergaderen online vanuit de zetel, we streamen erop los en we bewaren gigantische fotoalbums in ‘de cloud’. Technologie voelt vaak immaterieel aan: een e-mail weegt niets, voor een film op Netflix is er geen transport nodig. Maar achter al dat digitale gemak schuilt wel degelijk een energieverslindende infrastructuur. De ‘cloud’ is in werkelijkheid een gigantische verzwameling aan datacenters, servers, koelsystemen en netwerken die dag en nacht draaien. De vraag dringt zich op: hoe groen is onze digitale infrastructuur eigenlijk?
Het onzichtbare energieverbruik van het internet
Het internet is de grootste machine die de mens ooit gebouwd heeft. Elke zoekopdracht, elke TikTok-video, elke e-mail en elk videogesprek gaat via een keten van apparaten, kabels, antennes en vooral datacenters. Volgens het ‘International Energy Agency’ zijn datacenters en datatransmissienetwerken vandaag goed voor 1 à 1,5% van het wereldwijde elektriciteitsverbruik. Dat lijkt misschien weinig, maar het is vergelijkbaar met het volledige energieverbruik van een land als Spanje. Bovendien stijgt de vraag razendsnel. Door de opmars van streamingdiensten, cloudopslag en artificiële intelligentie, voorspellen experts dat dit aandeel de komende jaren sterk zal toenemen. AI-modellen zoals ChatGPT of beeldgenerators hebben bijvoorbeeld een rekenkracht nodig die vele malen groter is dan een standaard zoekopdracht op Google.
Datacenters: servers die nooit slapen
Een datacenter is een soort fabriek voor informatie. Rijen servers draaien er continu, vaak dag en nacht. Die moeten allemaal gekoeld worden om niet oververhit te raken, wat veel energie en water kost. Neem bijvoorbeeld online casino’s. Deze draaien, net als elke andere grote website of app, op servers. Stel je voor wat een online gokplatform als SBO.net nodig heeft aan energie tijdens het WK voetbal, wanneer miljoenen voetbalfans de website afstruinen op zoek naar de beste bookmakers, onklopbare strategieën, bonussen en odds. Of wat dacht je van Netflix of YouTube? Wist je dat video-streaming wereldwijd verantwoordelijk is voor meer dan 60% van het internetverkeer? Dergelijke platforms vereisen enorm veel data en servers die constant de video’s coderen en verzenden. Maar toch staat niemand echt stil bij de ecologische voetafdruk van bingewatchen.
De meeste bedrijven zijn zich bewust van dit energieverbruik en investeren in verduurzaming. Google en Microsoft beloven bijvoorbeeld om hun datacenters volledig op hernieuwbare energie te laten draaien. In België zijn er initiatieven om restwarmte van datacenters te hergebruiken. Toch blijft de kernvraag: volstaat die verduurzaming om de enorme groei te compenseren?
De cloud: gemak met een prijskaartje
We spreken vaak over ‘de cloud’ alsof onze bestanden ergens rondzweven in een soort digitale hemel. In werkelijkheid zijn het gewoon datacenters die verspreid zijn over de hele wereld. Elke foto, elk back-upbestand, elk e-mailarchief neemt fysieke ruimte in op een server die stroom en koeling nodig heeft.
Het gemak van onbeperkte opslag zorgt eigenlijk voor een soort digitale overconsumptie. We bewaren duizenden foto’s waar we nooit meer naar kijken, houden verouderde documenten bij, of laten oude mails rondslingeren. Individueel lijkt dat banaal, maar op mondiale schaal gaat het om zettabytes aan data die permanent beschikbaar moet zijn. Misschien toch maar even je computerbestanden opruimen?
Groene technologie of groene marketing?
Techbedrijven schermen graag met indrukwekkende duurzaamheidsdoelen. Zo claimt Google sinds 2017 meer hernieuwbare energie te kopen dan ze verbruiken. Microsoft wil in 2030 ‘carbon negative’ zijn, en Amazon Web Services spreekt over een 100% groene cloud.
Op papier klinkt dat als een enorme stap vooruit in de strijd tegen klimaatverandering, maar klopt dit wel of is het gewoon een slimme marketingtruc? Critici merken op dat termen zoals ‘groene stroom’ of ‘100% duurzame cloud’ meestal niet betekenen dat de datacenters letterlijk draaien op lokaal opgewekte hernieuwbare energie. In veel gevallen kopen bedrijven zogenaamde ‘Renewable Energy Certificates’. Deze certificaten bewijzen dat er ergens in het elektriciteitsnet een equivalent aan hernieuwbare energie is opgewekt, maar het betekent niet dat de servers in dat specifieke datacenter direct op wind- of zonne-energie draaien.
Wat kan jij doen als gebruiker?
Hoewel de grote lijnen bepaald worden door bedrijven en beleid, kunnen wij als individuen wel degelijk een bijdrage leveren.
- Verwijder oude bestanden, e-mails en foto’s. Minder data = minder opslag en minder energie.
- Kijk in HD in plaats van 4K als het verschil toch nauwelijks zichtbaar is.
- Herbeluister je favoriete album via een gedownloade versie in plaats van te streamen.
- Kies voor energiezuinige toestellen en gebruik ze zo lang mogelijk.
- Kies voor groene aanbieders, sommige providers en diensten zetten écht in op duurzame energie en transparantie.
Op naar een eerlijk digitaal beleid
De ecologische voetafdruk van onze digitale infrastructuur is een gedeelde verantwoordelijkheid. Overheden kunnen sturen via regelgeving en belastingen, bedrijven kunnen investeren in echte verduurzaming, en wij als gebruikers kunnen bewuster omgaan met onze digitale gewoonten.
De digitale wereld is dus niet per se ‘groener’ dan de fysieke, tenzij we er bewuster mee omgaan. Een mail minder, een serie in HD in plaats van 4K, een server die warmte teruggeeft aan de buurt: het zijn kleine schakels in een veel grotere puzzel. De vraag is simpel: willen we dat de cloud een donderwolk wordt of een lichtpuntje in de klimaattransitie?